20283 |
zogen, voeden (overg.) |
aan de borst hebben:
oane borst hemmen (L353p Eksel),
aan de mem hebben:
ónne mem hemmen (L353p Eksel),
de borst geven:
de borst geeven (L353p Eksel),
de mem geven:
de mem geeven (L353p Eksel),
de mem geven (L353p Eksel),
laten zoeken:
laten zoēken (L353p Eksel),
zelf houden:
het kînd zelf haên (L353p Eksel)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19719 |
zolder |
zolder:
zoͅldər (L353p Eksel)
|
zolder [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
33426 |
zolder boven de dorsvloer |
schelf(t):
[schelf(t)] (L353p Eksel
[(*)]
)
|
De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32]
I-6
|
26149 |
zomen |
scheilatten:
sxęjlatǝ (L353p Eksel),
zomen:
žø̄mǝn (L353p Eksel)
|
De drie of vier lange, dunne latten in het hekken die evenwijdig aan de roeden lopen. Zie ook afb. 38. [N O, 2b; A 42A, 64] || Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.]
II-3, II-7
|
18636 |
zomerkapmanteltje |
pelerine (<fr.):
pellerien (L353p Eksel)
|
kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18675 |
zomerkleren |
dunne bommeltjes:
dun bummelkes (L353p Eksel, ...
L353p Eksel)
|
zomerkleren [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23765 |
zon- en feestdagen |
zon- en feestdagen:
zon en fistdaag (L353p Eksel)
|
Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23933 |
zondag |
zondag:
zondaag (L353p Eksel)
|
De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23934 |
zondag houden |
zondag houden:
zonnig hèn (L353p Eksel)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23535 |
zondagmissaal add. |
communiemissaal:
kemmuniemissoel (L353p Eksel)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|