e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

Gevonden: 4790
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderbeestje donderbeestje: donderbisteke (Eksel), donderbistekes (Eksel), donderpietje: donderpieteke (Eksel), donderpietekes (Eksel, ... ), friemeltje: friemelke (Eksel) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
donderen rommelen: rommelen (Eksel) donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderkruid donderbaard: donderboaërd (Eksel) donderkruid (Inula vulgaris), weinig voorkomende samengesteldbloemige plant die 90 cm hoog kan worden, met langwerpige ronde bladeren en lichtbruin getinte bloemhoofdjes [N 37 (1971)] III-4-3
donderwolk donderkoppen: donderköp (Eksel), dondertaten: ? niet in WNT  dondertaten (Eksel) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx petaat: ’n pataat (Eksel), slag: ne slaag (Eksel), veeg: ’n veeg (Eksel) donder [N 22 (1963)] III-4-4
donker worden, duisteren duisteren: duusteren (Eksel, ... ), ’t is vandaag al vruug oan’t duusteren (Eksel) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] || schemeren; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Eksel, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: duvelshoor (Eksel) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: dūt (Eksel), dôêt (Eksel) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) dood: doe-wed (Eksel) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2