e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aren lezen oogsten: ǫu̯stǝ (Elen) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
armvol armvol: hɛrvel (Elen, ... ), hɛrǝvǝl (Elen) armvol [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
as as: as (Elen) In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.] II-3
as, spil van de rol pin: pen (Elen) De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.] I-2
asblok asbed: as˱bęt (Elen) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
aswiel rad: rāt (Elen) Het grote kamwiel aan de molenas van de windmolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op het spijlenrad. Zie ook afb. 49 en 64.2. Het is een wiel waarvan de tanden haaks of met een hoek van 45o op het vlak van het rad staan. Wanneer de molen niet voorzien is van een apart aswiel voor de reminrichting is rond het aswiel de zgn. vang bevestigd. Zie ook het lemma ɛgroot kamradɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in watermolens.' [N O, 11a; A 42A, 8; Sche 38; monogr.] II-3
aswoensdag asgoensdag: aschgoonsdig (Elen) Aswoensdag. [ZND 01 (1922)] III-3-3
autoped trottinette (fr.): /  trontinet (Elen), Trottenet (Elen) autopet [SND (2006)] || step [SND (2006)] III-3-2
averechts, achterstevoren averechts: êverègs (Elen) averechts [ZND 01 (1922)] III-4-4
avondmaal avondbrood: a = Fr. dans  avendbroed (Elen), eten: ieten (Elen) de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)] III-2-3