e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knecht, algemeen bediender: bǝdēndǝr (Elen) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden kneden: knēi̯ǝn (Elen) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen knellen: knellen (Elen), knēllen (Elen) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || knellen [ZND 01 (1922)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen knellen: knēllen (Elen) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneu heivink: heivènk (Elen) kneu III-4-1
kneuzen blutsen: blūtsen (Elen), blèutsen (Elen) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3
knie knie: kniej (Elen), kéi (Elen) knie [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-1-1
kniezen kniezen: kniejzen (Elen), knéizen (Elen) Hij is altijd aan t kniezen (ontevreden, morren). [ZND 28 (1938)] || kniezen [ZND 01 (1922)] III-1-4
knikker huif: huuf (Elen), , /  euven (Elen), uiven (Elen) Knikker. [ZND 01 (1922)] || knikkers [SND (2006)] III-3-2
knipogen knipogen: knipaugen (Elen), oogjes knippen: èugskes knippen (Elen) knipogen [ZND 01 (1922)] || knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] III-1-1