e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elen

Overzicht

Gevonden: 1607
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linksvoor linksbuiten: rechts- / linksbuiten (Elen) Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt? III-3-2
linnen, linnengoed linnen: lenǝn (Elen) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: lippen (Elen), lup (Elen), løp (Elen, ... ) lip [ZND 01 (1922)], [ZND m] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lip van een hoefijzer lip: løp (Elen) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11
lis (alg.) lis: lesch (Elen), lisch (Elen) lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
litteken lijnteken: léinteiken (Elen), litteken: litteiken (Elen) litteken [ZND 01 (1922)] III-1-2
loeien van de koe in het algemeen beuken: bȳǝkǝn (Elen) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
long long: loeng (Elen) long [ZND 01 (1922)] III-1-1
looi looi: lūǝj (Elen) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: lūǝjǝ (Elen) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10