e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevangenis prison (<fr.): Opm. v.d. invuller: komt van het Fr. woord "prison".  perzông (Ell) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] III-3-1
gevlekt varken piétrain: piétrain (Ell), piétrains (bijvgl. nmw.): pǝtrē̜ns (Ell) Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d] I-12
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Ell) Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) doof: (douf) (Ell), ongevoelig: ôngeveulig (Ell) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] III-1-1
gevormd worden gevormd worden: geformdj waere (Ell) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
geweer geweer: geweer (Ell), karabijn: Van Dale: karabijn, kort geweer of buks (voor bereden troepen).  karrebien (Ell) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewei van een hert gewei: geweij (Ell) Gewei van een mannetjesree [N 94 (1983)] III-4-2
gewelf gewelf: gewelf (Ell), gewerfsel: gǝwø̜rǝfsǝl (Ell) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewelfschildering plafondschildering: plefongsjildering (Ell), wandschildering: wandsjildering (Ell) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: gewète (Ell) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3