e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L320a plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onweerx onweer: ônwair (Ell) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwel ongemoed: ôngemoodj zeen (Ell, ... ) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: ozleevrouw (Ell) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouweplaat lievevrouw van bijstand: levrouw van biestandj (Ell) Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)] III-3-3
onzedigheid onfatsoen: ônfatsoen (Ell) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Ell), paternoster: paternoster (Ell) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
onzevaderkralen gloriekraaltjes: dit zijn eer-zij-de-vader-kralen  gloriekrelkes (Ell) De Onze-Vaderkralen (6 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
ooft ooften: oofte (Ell) ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvlaai: oofteflaai (Ell) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3
oogkleppen oogkappen: ǫu̯xkapǝ (Ell), ooglappen: ǫu̯xlɛp (Ell) Nagenoeg vierkante leren kleppen die ter hoogte van de ogen aan het hoofdstel vastgemaakt zijn. De oogkleppen dwingen het paard altijd voor zich uit te kijken, en voorkomen zo dat het naast zich iets zou bemerken dat het doet schrikken. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 28; monogr.] I-10