23249 |
verplichte feestdag |
verplichte feestdag:
verpligdje fieëstdaag (L320a Ell)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18899 |
verplichting |
moeten:
môtte (L320a Ell)
|
het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24997 |
verpulveren |
verpulveren:
verpolfere (L320a Ell)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
versjaaldj (L320a Ell)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
v.t. = versjote. ook gezegd bij zonne bruinen v.d. huid.
versjete (L320a Ell)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23916 |
verschijning |
verschijning:
versjiening kriege (L320a Ell)
|
Een verschijning hebben/krijgen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22716 |
verschillende knikkerspelen: bikkelen |
bikkelen:
biggele (L320a Ell)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
21666 |
verschuldigd zijn |
schuld hebben:
sjout höbbe (L320a Ell)
|
verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34233 |
verse koe |
verse vaars:
vǫrsǝ vē̜s (L320a Ell)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
voiletje (<fr.):
vuuëlke (L320a Ell, ...
L320a Ell)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|