17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
kut:
kut (L320a Ell),
Gemeen; jongeren.
kut (L320a Ell),
mossel:
mossel (L320a Ell),
pruim:
proem (L320a Ell),
Gemeen
proem (L320a Ell),
prut:
Ouderen.
prut (L320a Ell)
|
[N 10c (1961)] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
34450 |
vrouwelijk jong van de geit |
germ:
germ (L320a Ell),
lammetje:
lɛmkǝ (L320a Ell)
|
[N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34059 |
vrouwelijk kalf |
vaarsje:
vē̜skǝ (L320a Ell)
|
[N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.]
I-11
|
34062 |
vrouwelijk kalf dat van tanden begint te wisselen |
pink:
peŋk (L320a Ell)
|
Het gaat hier om een kalf dat ongeveer één jaar oud is. [N 3A, 22]
I-11
|
34477 |
vrouwelijk kuiken |
pulletje:
pø̜lkǝ (L320a Ell)
|
[N 19, 41a; monogr.]
I-12
|
24368 |
vrouwelijk ree |
reegeit:
rieue-geit (L320a Ell)
|
Ree, wijfjesree [N 94 (1983)]
III-4-2
|
34064 |
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is |
dragende vaars:
drāgǝndjǝ vē̜s (L320a Ell),
vaars:
vē̜rs (L320a Ell),
vē̜s (L320a Ell)
|
[N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22]
I-11
|
21920 |
vrouwelijke duif |
zij:
Algemene opmerking: de rest van deze vragenlijst is niet ingevuld (blanco)!
ziej (L320a Ell)
|
Hoe heet de vrouwelijke duif? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24440 |
vrouwelijke haas |
moerhaas:
moorhaas (L320a Ell)
|
Haas, wijfjeshaas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
20124 |
vrouwelijke kat |
moer:
eigen spellingsysteem
moor (L320a Ell)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)]
III-2-1
|