e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gewillig gewillig: gewillig zeen (Ell) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewone spurrie rief: rēf (Ell), spurrie: spø̜ri (Ell) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht gewricht: gevricht (Ell) gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezelschap compagnie (fr.): kompanie (Ell) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1
gezicht wezen: waize (Ell) Gezicht, gelaat: het voorste gedeelte van het hoofd, beneden de grens van de haarinplanting, het aangezicht (gezicht, wezen, kroost, facie, smikkel). [N 84 (1981)] III-1-1
gezicht (spotnamen) muil: moel (Ell), oven: ove (Ell), snufferd: snuffert (Ell), snuit: snoet (Ell) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
gezin huishouden: hoeshaoje (Ell) man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 87 (1981)] III-2-2
gezond gezond zijn: gezôndj (Ell) Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, nuver,eerlijk, gaaf, krek). [N 84 (1981)] III-1-2
gezongen mis gezongen mis: gezonge mes (Ell) Een mis met liturgische gezangen. [N 96B (1989)] III-3-3
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwāt (Ell) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3