18215 |
laars (alg.) |
stevel:
stevel (L320a Ell)
|
laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
stevel:
stevel (L320a Ell)
|
laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18374 |
laarzenschacht |
schacht:
sjacht (L320a Ell)
|
schacht van een laars [sjach, sjteevelschach] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
sint jans evangelie (L320a Ell)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
snapmis:
snapmes (L320a Ell)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
lèste oordeille (L320a Ell)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19668 |
lade |
tafellade:
tōͅfəllāi̯ (L320a Ell)
|
tafella [DC 53a (1978)]
III-2-1
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
lieëg sjoon (L320a Ell)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32447 |
lage klomp |
lage klomp:
līǝgǝ [klomp] (L320a Ell)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
lage klomp:
lieëg klompe (L320a Ell)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|