e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nerf van een blad nerven: eigen fon. aanduidingen  nerve (Ell) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest, hoeveelheid jongen klocht: eigen spellingsysteem bij biggen  klocht (Ell), nest: eigen spellingsysteem  nêst (Ell) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestelen timmeren: tummere (Ell) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] III-4-1
nestkastje nestkastje: nèstkestje (Ell) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1
neus (spotnamen) gevel: gevel (Ell), kokker: koker (Ell, ... ), snotneus: Bij druipers.  snotneus (Ell), snuit: snōēt (Ell), vergunning hebben: (hai heet vergunning) (Ell) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neus van een schoen naas: naas (Ell) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: Mv. naasgater.  naasgaat (Ell) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem naasring: nāsreŋk (Ell) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusring ring: reŋk (Ell) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nier nier: neer (Ell) nier [N 10 (1961)] III-1-1