23930 |
profeet |
profeet:
perfieët (L320a Ell)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
30124 |
profielbalken |
poutrelles:
pǝtrɛls (L320a Ell)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
profiels:
profils (L320a Ell)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
18221 |
pronken |
pronken:
prônke (L320a Ell)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
veer:
informant: van vlaamse gaai
vair (L320a Ell)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klinke (L320a Ell)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (L320a Ell)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
22310 |
proppenschieter |
knaptoet:
knaptoet (L320a Ell),
vlierentoet:
vleeretoet (L320a Ell)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoor (L320a Ell)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18403 |
pruik |
pruik:
pruuk (L320a Ell)
|
kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)]
III-1-3
|