| 24555 |
verwelkt |
verslakkerd:
eigen fon. aanduidingen
verslakkertj (L320a Ell)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 20304 |
verwend kindje |
verwende stinkerd:
verwindje stinkerd (L320a Ell)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 21795 |
verwensen |
verwensen:
verwinse (L320a Ell)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21806 |
verzoek |
verzoeken:
verzeuke (L320a Ell)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 30026 |
verzopen kalk |
verzopen kalk:
vǝrzōpǝ kalǝk (L320a Ell)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
| 30014 |
verzopen mortel |
dunne spijs:
døn spīs (L320a Ell)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
| 18931 |
verzuimen |
niet luisteren:
neet loestere (L320a Ell)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
vespers (L320a Ell)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18277 |
vest |
vesting:
vesting (L320a Ell),
wambuisje:
waimeske (L320a Ell)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-1
|
| 18533 |
vestzakje |
wambuistasje:
waimesteske (L320a Ell)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|