e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ell

Overzicht

Gevonden: 5012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boeket mei: eigen fon. aanduidingen  eine meij (Ell) Een aantal bijeengebonden of —gevoegde bloemen (tuit, tuiltje, boeket, ruiker, bloemetje). [N 82 (1981)] III-4-3
boekweitdoppen klijen: klijǝ (Ell) Zemelen van boekweit. [JG 1b; N Q, 15; monogr.] II-3
boer in het kaartspel boer: boore (Ell) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - IV. Boer. [DC 52 (1977)] III-3-2
boerenkool boerenkool: boorekoeël (Ell), krolmoes: krolmoos (Ell, ... ), krulmoes: krolmoos (Ell) [N Q (1966)]Boerenkool (boeremoes?) [N 16 (1962)] || boerenkool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
boerenzwaluw, zwaluw zwalf: zwellĕf (Ell), geldt voor 088-091  zwalf, zwalg, verkl. zwelfke (Ell), zwalfje: geldt voor 088-091  zwalf, zwalg, verkl. zwelfke (Ell), zwalg: geldt voor 088-091  zwalf, zwalg, verkl. zwelfke (Ell) boerenzwaluw (19 roodachtig keeltje; zeer puntige vorkstaart; nest van klei en sprietjes binnenin een schuur [N 09 (1961)] || zwaluw [DC 35 (1963)] III-4-1
boerin boerin: boorin (Ell) de vrouw van een boer [meesterse, bazin(ne), vrouw, juffrouw, mevrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
boertig smerig: smerig (Ell) met zeer platte humor [drollig, boertig] [N 85 (1981)] III-1-4
boertje boer: boor (Ell) boertje doen; als een baby gedronken heeft moet het een boertje doen [DC 47 (1972)] III-2-2
boete boete: boete (Ell), boete doen: boete doon (Ell) Boete [de boes]. [N 96D (1989)] || een geldstraf [boete, kore, amende] [N 90 (1982)] III-3-1, III-3-3
boezem wijwaterbakje: Gemeen.  wiewaterbekske (Ell) boezem, ruimte tussen de borsten [N 10c (1961)] III-1-1