20737 |
rijstevlaai |
rijstevlaai:
ri-jstevlaai (L363p Ellikom)
|
rijstevlaai
III-2-3
|
34643 |
rijtuig |
voiture:
vǝtȳr (L363p Ellikom)
|
Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr]
I-13
|
33978 |
rijzadel |
rijzadel:
ri ̞i̯.zāl (L363p Ellikom)
|
Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
rijzelen:
ri.zǝlǝ (L363p Ellikom)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
29911 |
ringen |
ringen:
reŋǝ (L363p Ellikom)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
ringen:
rēͅnə (L363p Ellikom),
vijzen:
vèze (L363p Ellikom)
|
[Goossens 1b (1960)]vezen peulen ontdraden
I-7
|
20792 |
rins |
amper:
Oppen door waas buter amper gewure Het A.N. amper is benoa, kriê, bekans
amper (L363p Ellikom)
|
zuur, scherp van smaak
III-2-3
|
24317 |
riviergrondel |
gieweik:
giêweik (L363p Ellikom, ...
L363p Ellikom)
|
geuf (vis) || grondel (vis)
III-4-2
|
24508 |
rode bosbes |
hondsbeer:
hònsbiêr (L363p Ellikom)
|
rode bosbes
III-4-3
|
20655 |
rode kool |
rode kool:
rūi kīəl (L363p Ellikom),
rood moes:
rūiət mōs (L363p Ellikom)
|
Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|