e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Elsloo

Overzicht

Gevonden: 697
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oudejaarsdag oudejaarsdag: auwerjaorsdaag (Elsloo), oudjaarsdag: awtjaorsdaag (Elsloo) Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] III-3-2
ouders ouders: au̯ərs (Elsloo) ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ovenzand as: ę ̞š (Elsloo) As gemengd met steengruis dat zich tussen de lagen gebakken stenen in de veldoven bevindt. [monogr.] II-8
paard paard: pē̜rt (Elsloo) [JG 1a, 1b; A 3, 4; A 11, 4; L 4, 4; L 5, 27c; L 22, 21; L 23, 1b; Gwn 5, 9a; R -s-; S 27; S 49; RND 60, 74; Wi 6, 17; monogr.; add. uit N 18] I-9
paardestal paardsstal: pē̜ ̞r(t)s[stal] (Elsloo) De stal of ruimte waar het paard of de paarden staan. Het woordtype voerderij voor voergang in de paardestal kan wel uitbreidend gebezigd worden voor de paardestal in zijn geheel. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). (Paardsstal)-varianten waarvan het (stal)-gedeelte een kleurloze vocaal vertoont, zijn voluit en fonetisch genoteerd, omdat deze tweede component als simplex niet voorkomt met een kleurloze vocaal. Zie de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [N 5, 105e; A 10, 9c; L 38, 26; Wi 18; S 50; monogr.; add. uit N 5A, 59 en 73a] I-6
pad kroddel: kroddel (Elsloo) pad [DC 07 (1939)] III-4-2
pafferig dik, opgeblazen van lijf papperig (dik): papperig (Elsloo), papperig dik (Elsloo) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum pak: pak (Elsloo) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] III-1-3
pantoffel pantoffel: pantoffels (Elsloo) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] III-1-3
peetoom peteren: pēͅtərə (Elsloo, ... ) peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2