17868 |
met de linkerhand |
met de linkerhand:
bɛ de lynkerhant (P185p Engelmanshoven)
|
met de linkerhand [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
22641 |
met een drijftol spelen |
sien:
[sic]
sieën (P185p Engelmanshoven)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
doppen:
dobben (P185p Engelmanshoven)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
22895 |
met een zelfgemaakte tol spelen |
doppen:
dobben (P185p Engelmanshoven)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
22793 |
met vuur spelen |
bet vuur spelen:
bɛ vuuər spɛilə ɛs prɛkelaus (P185p Engelmanshoven)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
29921 |
metselen |
metsen:
mɛtsǝ (P185p Engelmanshoven)
|
Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.]
II-9
|
17839 |
middagdutje doen |
een hot slapen:
ən hot sloape (P185p Engelmanshoven)
|
Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
20406 |
minderjarig |
minderjarig:
znd 31, 23a
mindərjoarig (P185p Engelmanshoven)
|
minderjarig [ZND 31 (1939)]
III-2-2
|
18141 |
mismaakt |
mismaakt:
mismoak (P185p Engelmanshoven)
|
het kind is mismaakt [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
33556 |
moestuinx |
warmoes:
wɛrəməs (P185p Engelmanshoven)
|
[Goossens 2c (1963)]
I-7
|