21129 |
herenfiets |
mansluifiets:
mansluujfiets (Q207p Epen)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar mannen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
24894 |
herfst, najaar |
herfst:
hèrfs (Q207p Epen)
|
het derde van de vier jaargetijden, de tijd tussen zomer en winter [bamis, bamistijd, natijd, uitgang] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
34145 |
herkauwen |
nirgelen:
nergǝlǝ (Q207p Epen)
|
Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.]
I-11
|
17779 |
hersenen |
hirne (du.):
heäne (Q207p Epen)
|
hersenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21713 |
herstemmen |
herstemmen:
hèrsjtimme (Q207p Epen)
|
opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23258 |
het angelus luiden |
luiden:
ut loewt (Q207p Epen)
|
Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
doopwater zegenen:
?
zène doopwater (Q207p Epen)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
huis inzegenen:
hoes izèène (Q207p Epen)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
heilige olig krijgen:
hillige ooëleg kriejje (Q207p Epen)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24058 |
het heilig oliesel toedienen |
heilige olig geven:
hillige ooëleg gèève (Q207p Epen)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|