e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jicht gicht: gich (Epen, ... ), gicht (Epen) jicht [SGV (1914)] || Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)] || Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] III-1-2
joden joden: judde (Epen) joden [SGV (1914)] III-3-3
jojo jojo: jojo (Epen) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: et kink is nog jonk (Epen) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje jong: jóngt (Epen) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kaal: káál (Epen) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar bokje: bøkskǝ (Epen) [N 77, 4] I-12
jong van een dier jong: joŋt (Epen), jongt: jongt (Epen), joŏngt (Epen), jóngt (Epen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong van een rund kalf: kalf (Epen) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Epen), baggen (mv.): boqǝ (Epen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12