19325 |
koppig |
eigenzinnig:
eegəzinnəch (Q207p Epen),
koppig:
köppig (Q207p Epen),
steeg:
sjtîêch (Q207p Epen)
|
koppig [SGV (1914)] || koppig zijn, steeds vasthoudend aan eigen wil of inzicht [bokken, koppen] [N 85 (1981)] || vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34220 |
koptouw |
zeel:
zēl (Q207p Epen)
|
Touw aan de horens van een koe. [N 3A, 14a]
I-11
|
34200 |
kopziekte |
kopziekte:
kopziekte (Q207p Epen)
|
Door de overgang van de stal naar de weide treden stoornissen op in het maagdarmkanaal na plotselinge opname van grote hoeveelheden eiwit uit het jonge gras. Kopziekte komt vooral in het voorjaar voor. Bij een acuut verloop is er een potselinge aanval van krampen, waarbij alle ledematen, hals, hoofd, ogen en oren betrokken zijn. De opeenvolgende krampgolven nemen in hevigheid toe, totdat de dood volgt door een hartkramp (Berns 1983, blz. 137). Door de boeren wordt kopziekte vaak verward met melkziekte. Het zijn allebei zogenaamde deficiëntieziekten: bij kopziekte gaat het dan om een gebrek aan magnesium, bij melkziekte aan calcium. Zie ook het lemma ''kopziekte'' in wbd I.3, blz. 474-475.' [N 3A, 79; A 48A, 3; monogr.]
I-11
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dempig (Q207p Epen)
|
dempig [SGV (1914)]
III-1-2
|
18600 |
korte onderbroek? |
onderbroek:
onderbrook (Q207p Epen)
|
Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
21132 |
korter maken |
afsnijden:
ááfsjnĭĕ-jə (Q207p Epen)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34520 |
kortwieken |
stoepen:
štupǝ (Q207p Epen)
|
Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.]
I-12
|
23274 |
koster |
koster:
keuster (Q207p Epen)
|
De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23593 |
kosteres |
kosteres:
keusteres (Q207p Epen)
|
Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21339 |
kostganger |
kostganger:
kōsgenger (Q207p Epen)
|
kostganger [SGV (1914)]
III-3-1
|