e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisbeeld kruis: kruuts (Epen, ... ) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbeen staartbeen: štatbēn (Epen) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11
kruisdagen kruisdagen: kruuts-daag (Epen) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisheer kruisheer: kruuts hieër (Epen) Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruisje aan een kettinkje ketje: kitteke (Epen) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: kruutske (Epen) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): kruuts-persessie (Epen) De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] III-3-3
kruisteken kruisteken: kruuts-teeke (Epen) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisverering kruisverering: kruuts-verieëring (Epen) Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisweg kruisweg: kruuts-wèèg (Epen), kruutswèèg (Epen), kruutswêèg (Epen) De 14 staties. [N 96B (1989)] || De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)] III-3-3