e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaken kwaken: kwaakə (Epen) Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)] III-4-2
kwakzalver kwakzalver: kwakzalvər (Epen) Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)] III-1-2
kwanselen sjachelen: sjàchələ (Epen) voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)] III-3-1
kwartel kwartel: kwattel (Epen) kwartel [SGV (1914)] III-4-1
kwartier, maat van 25 liter enkeltje: éngkərkə (Epen) de maat die een inhoud aangeeft van ± 25 liter [kwartier, viertel, vierendeel, kannetje] [N 91 (1982)] III-4-4
kwellen kwellen: kwéélə (Epen), Opm. Franse è.  kwèle (Epen), plagen: Opm. o netals Fr. woord mon.  ploge (Epen) kwellen [SGV (1914)] || lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] III-3-1
kwelling/pesterij plaag: plaoch (Epen) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-3-1
kwezel kwezel: kwieëzel (Epen) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kwieëzelechtig (Epen) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3
kwijl zever: zeevər (Epen) Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] III-1-1