e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leunstoel grootstoel: groͅatštōl (Epen) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
leverworst leverworst: leeverwao:sj (Epen), léévərwoosj (Epen) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
lichaamsvocht leewater: leewater (Epen) leewater [SGV (1914)] III-1-2
licht vriezen vriezen: ət vrŭŭst (Epen) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lichtboom van de handmolen hefbalk: hęf˱balǝk (Epen) Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22] II-3
lichtgeraakt, kregel gauw ovenuit: Opm. Franse o-klank.  gauw ovenoet (Epen), opvliegetig: ópvleegətəg (Epen), snak: snak (Epen) lichtgeraakt [SGV (1914)] || spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)] III-1-4
lied, liedje lied: e liiit (Epen), lie-ed (Epen), liedje: e liitje (Epen) lied [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] || liedje [GTRP (1980-1995)] III-3-2
liederen (mv.) liederen: lie èter (Epen) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Epen) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: lifde (Epen), lifdə (Epen) liefde [SGV (1914)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-3-1