e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuchter beschaamd: bəsjàmt (Epen), bleu: bleue (Epen) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten schudden: sjuddə (Epen) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuifgrendel vergel: virrekel (Epen) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuifje van de biechtstoel schuif: sjuuf (Epen) Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)] III-3-3
schuimen schuimen: sjūūmə (Epen) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4
schuldig (zijn) schuld (zn.): sjoot (Epen), schuldig (zijn): schöldig (Epen) schuld hebbend aan een overtreding of misdrijf [schuldig, plichtig] [N 90 (1982)] || schuldig [SGV (1914)] III-3-1
schurft schurft: sjurf (Epen) huidziekte, Jeukende ~ veroorzaakt door de schurftmijt; schurft (zeer, rap, krets, rui). [N 84 (1981)] III-1-2
schurk, smeerlap smeerlap: schmeerlap (Epen), sjmîêrlap (Epen) een persoon die allerlei streken uithaalt met kwade bedoelingen [prul, smeerlap, rakker, deugniet, beest, schobberd, schavuit] [N 85 (1981)] || schavuit [SGV (1914)] III-1-4
schutsboom vogelstang: vaogelsjtang (Epen) De lange staak waar bovenop een houten vogel is bevestigd die afgeschoten moet worden [schuttersboom, schutsboom, gaai, gaaipers, pers, wip, sprang]. [N 88 (1982)] III-3-2
schutter schutter: schötter (Epen) schutter [SGV (1914)] III-3-2