e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenbeer binnenbeer: benǝbiǝr (Epen) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnenstebuiten binnenstebuiten: ⁄t binneste boete (Epen), van links: và links (Epen) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)] III-1-3
binnenzool vilt: velt (Epen) Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a] II-10
binnenzool [wld ii.10, p. 38] vilt: vilt (Epen) Een binnenzool? [N 60 (1973)] III-1-3
bioscoop cinema: sinəma (Epen) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Epen) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: bussjep (Epen) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bits bot: bót (Epen, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
blaar blaar: blaor (Epen) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
blaasbalg van het orgel blaasbalg: blòsbalk (Epen) De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)] III-3-3