e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blindemannetje spelen blindemannetje: blindemenneke sjpeele (Epen) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: blīēngkə (Epen) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Epen) bloed [SGV (1914)] III-1-1
bloedaders melksaderen: melksǭrǝ (Epen) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloeden bloeden: bleue (Epen) bloeden [SGV (1914)] III-1-2
bloedgang bloed: blōt (Epen) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedworst poettes: poe.təs (Epen) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: bloodzugger (Epen) bloedzuiger [SGV (1914)] III-4-2
bloeien bloeien: blø̄nǝ (Epen) De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.] I-4
bloem bloem: bloom (Epen) bloem [SGV (1914)] III-2-3