e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwaaien zwingen: sjweenkə (Epen), zwinke (Epen) zwaaien [SGV (1914)] || Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)] III-1-2
zwaaien met het wierookvat zwenken: sjwinke (Epen) (met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)] III-3-3
zwaard zwaard: zwee-ëd (Epen) zwaard (wapen) [SGV (1914)] III-3-1
zwachtel windel: wingəl (Epen) Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)] III-1-2
zwager schoonbroer: schönbroor (Epen), zwager: (Fransche o uit:mon).  zwoger (Epen) schoonbroeder [SGV (1914)] III-2-2
zwak, ongezond zwak: sjwaach (Epen) Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)] III-1-2
zwak, slap zwak: sjwáách (Epen) Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwaluwstaart gaffelstoet: gaffəlsjtŏĕts (Epen) de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)] III-4-1
zwartbonte koe zwartbont (bijvgl. nmw.): šwatbǫnt (Epen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 126] I-11
zwarte koe zwart (bijvgl. nmw.): šwɛts (Epen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11