e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
accijns accijns (<lat.): aksĭĕs (Epen) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterblijver kreupel (zelfst. nmw.): krøpǝl (Epen) Big die achterblijft in groei. [N 76, 49] I-12
achterklauw bijklauw: bɛi̯klau̯wǝ (Epen) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achterste achterste: ätteschte (Epen) achterste [SGV (1914)] III-1-1
achteruitgaan uitwijken: ōētwīēkə (Epen) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwiel van een fiets achterste rad: éttəsjtəràt (Epen) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
acoliet acoliet: akoliet (Epen) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adder adder: addər (Epen) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
adelaarsvaren vaan: WLD  váán (Epen) Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)] III-4-3
adem adem: om (Epen) adem [SGV (1914)] III-1-1