e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eekhoorn eekhoorntje: eeëkhöntje (Epen) eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel kwert: kweete (Epen) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
een aanmerking maken vingerwijzen: vingərwīēzə (Epen) iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)] III-1-4
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aafloat verdeene (Epen) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een april een april: een april (Epen) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een askruisje halen asselekruisje halen: eisjele-kruutske haole (Epen) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een bevel opvolgen luisteren: lŏĕstərə (Epen) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een borrel drinken pitsen: pitsjə (Epen) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een cadeau geven schenken: sjingkə (Epen) Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een ei afpellen schillen: šølǝ (Epen) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12