e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Epen

Overzicht

Gevonden: 3496
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
esdoorn lepelboom: lêêəpəlboom (Epen) De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] III-4-3
etalage etalage (<fr.): eetàlààsj (Epen) de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1
etter materie: matirje (Epen) etter [SGV (1914)] III-1-2
evangelie evangelie: evangelie (Epen) De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)] III-3-3
familie familie: famĭĕlje (Epen) het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)] III-2-2
fanfare fanfare: fanfaar (Epen) Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)] III-3-2
feest feest: feͅs (Epen) De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)] III-3-2
feest bij de ondertrouw aanschrijven: aasjrieve (Epen) Het feest bij de ondertrouw [hoog]. [N 88 (1982)] III-3-2
feest van sinter-greef halfvasten: haof vaaste (Epen) Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestdag van een heilige namensdag: naames-daag (Epen) De naamdag van een heilige. [N 96C (1989)] III-3-3