e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilder aanstrijker: āštrīkǝr (Eupen) Iemand die van schilderen zijn beroep maakt. Bij het 'technisch schilderen', het bedekken van oppervlakten met verf ter conservering en kleurgeving, onderscheidt men de huis-, decoratie- en rijtuigschilder. In L 210 plaatste de huisschilder bij de bouw van een nieuw huis ook de ruiten. [Wi 51; L 44, 21b; N 67, 98a; monogr.] II-9
schilderij beeld: Karte 38.  Bild (Eupen), gemlde (du.): Karte 38.  Gemälde (Eupen), schilderij: schelderei (Eupen), schelderèi (Eupen), šeͅldəreͅi̯ (Eupen) Gemälde, Bilder in Rahmen. || Gemälde. || schilderij || Schilderij. [Willems (1885)] III-2-1, III-3-2
schip schip: šef (Eupen) schip [RND] III-3-1
schipper schipper: šefər (Eupen) schipper [RND] III-3-1
schoen: algemeen schoen: šuun (Eupen) schoen [ZND m] III-1-3
schoenmaker schoemaker: sxomę̄kǝr (Eupen) In dit lemma zijn zowel de benamingen verwerkt voor "de persoon die schoeisel vervaardigt" als voor "de persoon die schoeisel repareert". [N 60, 216a; N 60, 231a; Wi 2; N 60, 75; monogr.] II-10
schoftzadel zadel: zāǝl (Eupen) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schol schol: scholl (Eupen) schol [Willems (1885)] III-2-3
schommel schokkel: en schokkel (Eupen), schockel (Eupen), šokəl (Eupen) Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || Schommel. [Willems (1885)], [ZND m] III-3-2
school school: šuəl (Eupen) school [RND] III-3-1