e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknotte wilg stok: sjtök (Eupen) knotwilgen [Heem 6.1] III-4-3
geld geld: gae.ilt (Eupen), geͅilt (Eupen), penningen: ich ben minn pännege kwiet (Eupen) geld [RND], [ZND m] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] III-3-1
gelijken (op) gelijken: glieke (Eupen), Yəleək (Eupen, ... ), Yəleͅkt (Eupen), Yəliks (Eupen), Yəlikt (Eupen), Yəlīkə (Eupen), gleichen  glīke (Eupen) gelijken [ZND 25 (1941)], [ZND m] || gelijken op III-4-4
geloof geloof: gəlo‧u.f (Eupen) Geloof. [ZND 01 (1922)] III-3-3
geloven geloven: geløfs (Eupen), gəløft (Eupen), gəlø‧y.və (Eupen), geløfs, geløft  geløyve (Eupen) Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-3-3
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gəmak (Eupen) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gəmeͅkələx (Eupen) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemeines volk (Eupen), gəmēīn (Eupen), gəmēīnə (Eupen), germpel (du.): ook materiaal znd 23, 79  gerümpel (Eupen), geschrotenes (du.): ook materiaal znd 23, 79  geschrotenes (Eupen), schrouw: ook materiaal znd 23, 79  šrōə (Eupen) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gepachte hoeve, pachtgoed erf: erf (Eupen), erfje: ˙ɛrǝfkǝ (Eupen), halfershof: halǝfǝshof (Eupen), pachtgoed: paxt˲gǫu̯t (Eupen) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
geraamte geraams: yəreͅmbzər (Eupen), yəreͅmps (Eupen) Gerippe, geraamte [ZND m] III-1-1