e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereed gereed: gərēət (Eupen), klaar: kloər (Eupen), paraat: parāt (Eupen), prt (fr.): prɛt (Eupen, ... ), vaardig: vɛrdex (Eupen) gereed || gereed, klaar || klaar [ZND m] III-1-4
gerookt spek gerookt spek: jərøkt špɛk (Eupen) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerst gerst: gē̜š (Eupen), gē̜št (Eupen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geruit weefsel carreau: karo (Eupen) Weefsel met een geruit patroon. [N 39, 125b] II-7
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Eupen) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Eupen) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gelt: giltž (Eupen), jilts (Eupen) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
gesp snal (<du.): šnal (Eupen) gesp [ZND m] III-1-3
gestreept weefsel strijp: štrīp (Eupen) Weefsel met een streepjespatroon. [N 39, 125c] II-7
getouw stellen inrichten: ɛrextǝ (Eupen) Een getouw in elkaar zetten en opstellen of gereedmaken voor gebruik. [N 39, 5] II-7