e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren haak aan de puthaak haak: hōk (Eupen), kramp: kramp (Eupen) [ZND 32 (1939)] I-7
in de schil gekookte aardappelen pelkropetten: pɛlkropeͅtə (Eupen), zwelmannetjeren: šweͅlmɛnšərə (Eupen) in de schil gekookte aardappelen || pellkartoffeln; aardappels in de schil III-2-3
in verwachting zijn in omstand: øͅməštɛi̯nt (Eupen), onder omstand: ai̯ndər øͅmštɛi̯nt (Eupen) zwangerschap || zwangerschap; zwanger III-2-2
ingemaakt voedsel ingemaakts: ɛgəmaks (Eupen) Eingemachtes III-2-3
ingewanden van geslacht vee geschlegels: geschlegels (Eupen) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
inkt inkt: eͅŋk (Eupen) inkt [ZND m] III-3-1
inmaken inmaken: ɛmākə (Eupen) inmaken III-2-3
inrijgen van weef- of rietkam intrekken: ɛtrękǝ (Eupen), steken: šteǝkǝ (Eupen) De kettingdraden ieder afzonderlijk door de hevelogen van de weeframen en vervolgens met een of meer tegelijk door de openingen van de rietkam trekken. [N 39, 80a; N 39, 80b] II-7
inrijghaak intrekhaak: ɛtrękhoǝk (Eupen) Een haakje in de vorm van een handvat met lange naald die voor rond is omgebogen of in de vorm van een smal lang plaatje met vooraan een schuine insnijding waardoor een haak ontstaat, dienend voor het inrijgen van de weefkam. [N 39, 80c] II-7
inslag inslag: ɛšlāx (Eupen), schot: šot (Eupen) De dwarse draden die door de schering worden geslagen. [N 39, 112a; N 39, 98; monogr.] II-7