e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korenbloem korenbloem: korǝblǫu̯m (Eupen) Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
korf korf: kø̜rǝf (Eupen) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korst korst: kōͅš (Eupen), verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  koəš (Eupen), køͅškə (Eupen) eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] || korst III-2-3
korte broek korte bots: en korte bots (Eupen), ən kurtə bots (Eupen) korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
korteling metsknuppel: mętsknøpǝl (Eupen) Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.] II-9
kortwieken stoepen: stypǝ (Eupen) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
koster koster: køstər (Eupen) koster [RND] III-3-3
kostganger kostganger: kausgänger (Eupen), logistman: logismanne (Eupen) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
koude noordenwind, bijs bijs: bī:s (Eupen) bies, koude wind [ZND m] III-4-4
kous: algemeen hoos: hoəs (Eupen, ... ) kous [ZND m] || kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] III-1-3