e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blad, bladeren van een plant blaadje: blętjǝ (Eupen), blad: blat (Eupen), blader: bl˙ār/bl˙ē̜r (Eupen), bladeren: bloǝrǝ (Eupen) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladerdeeg loverdeeg: loͅu̯vərdeͅi̯k (Eupen) bladerdeeg III-2-3
blaffen blaffen: blaffe (Eupen) blaffen [Willems (1885)] III-2-1
blaten beeën: beǝ (Eupen), beken: bē̜kǝn (Eupen), mee: mē̜ (Eupen), meken: mē̜kǝ (Eupen) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes bosappel: boschäppel (mv.) (Eupen), bosappelscheer: boͅschöppelchere (mv.) (Eupen), wolber: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  woͅ.l.bər (Eupen), worbel: worbel (Eupen), verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  woͅrəbəl (Eupen) bosbes || bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3
blauwsel blèue (d.): blø͂ͅ (Eupen) Bläue III-2-1
bleek blass (du.): he͂.ə is əzu bla.s (Eupen), wit: (kni.twī.t) (Eupen) hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
blij froh (du.): vrū (Eupen), vro: vrūə (Eupen) blij [ZND 01 (1922)] || vrolijk III-1-4
blijven wachten blijven: blieve (Eupen) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
bliksem, bliksemflits blits: ps. omgespeld volgens Frings!  blits (Eupen) bliksem [ZND 01 (1922)] III-4-4