22230 |
tijdverdrijf |
tijdverdrijf:
tiedverdrief (Q284p Eupen)
|
Duivenhouden is een ... (iets dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)]
III-3-2
|
22855 |
tijger |
tijger:
tieger (Q284p Eupen)
|
Tijger. [Willems (1885)]
III-3-2
|
31740 |
timmeren |
schrijnwerkeren:
šrīwerkǝrǝ (Q284p Eupen)
|
De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.]
II-12
|
27253 |
timmerman |
schrijner:
šrīnǝr (Q284p Eupen),
schrijnwerker:
šrīwęrkǝr (Q284p Eupen),
timmerman:
tø̜mǝrmanǝ (Q284p Eupen
[(meervoud: tø̜mǝrly)]
)
|
Ambachtsman die het timmeren als beroep uitoefent. Tot zijn werkzaamheden behoren het vervaardigen van dakconstructies en balklagen in huizen en het maken van trappen, kozijnen, ramen en deuren. Als aanduiding voor de vakman wordt zowel de benaming timmerman als schrijn(en)werker gebruikt. Schrijnwerker is meer verspreid in Belgisch Limburg, schrijnenwerker in het zuiden van Nederlands Limburg. Wanneer er een onderscheid tussen timmerman en schrijn(en)werker wordt gemaakt, dan duidt de eerste term eerder een vakman aan die timmerwerk in de bouw verricht. Dit is onder meer het geval in Ottersum (L 163), Posterholt (L 387), Geulle (Q 18) en Bilzen (Q 83). De schrijnwerker richt zich dan vooral op het maken van trappen, deuren en ramen. Het woordtype schrijner, dat in het zuidoostelijke deel van het gebied gebruikelijk is, is een algemene benaming voor de timmerman. De vakman die timmerwerk op de bouw verricht, wordt daar ɛbouwschrijnerɛ genoemd.' [N 55, 164a; N 55, 165; RND 6; L 34, 19a; L B1, 115; monogr.]
II-12
|
19663 |
toilet |
huisje:
hyskə (Q284p Eupen),
kakhuis:
kakəs (Q284p Eupen)
|
abort || toilet
III-2-1
|
19583 |
tondel |
zwam:
šwamə (Q284p Eupen)
|
Zündschwamm
III-2-1
|
19992 |
tonderdoos |
vuurla:
tonderdoos
fyrla (Q284p Eupen)
|
alte Feuerlade, Zünderschachtel
III-2-1
|
17620 |
tong |
tong:
zen tong es belaat (Q284p Eupen)
|
Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
24256 |
torenvalk |
valk:
valk (Q284p Eupen)
|
valk [Willems (1885)]
III-4-1
|
19852 |
tralie |
tralie:
traljə (Q284p Eupen)
|
gitter
III-2-1
|