e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tijdverdrijf tijdverdrijf: tiedverdrief (Eupen) Duivenhouden is een ... (iets dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
tijger tijger: tieger (Eupen) Tijger. [Willems (1885)] III-3-2
timmeren schrijnwerkeren: šrīwerkǝrǝ (Eupen) De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.] II-12
timmerman schrijner: šrīnǝr (Eupen), schrijnwerker: šrīwęrkǝr (Eupen), timmerman: tø̜mǝrmanǝ (Eupen  [(meervoud: tø̜mǝrly)]  ) Ambachtsman die het timmeren als beroep uitoefent. Tot zijn werkzaamheden behoren het vervaardigen van dakconstructies en balklagen in huizen en het maken van trappen, kozijnen, ramen en deuren. Als aanduiding voor de vakman wordt zowel de benaming timmerman als schrijn(en)werker gebruikt. Schrijnwerker is meer verspreid in Belgisch Limburg, schrijnenwerker in het zuiden van Nederlands Limburg. Wanneer er een onderscheid tussen timmerman en schrijn(en)werker wordt gemaakt, dan duidt de eerste term eerder een vakman aan die timmerwerk in de bouw verricht. Dit is onder meer het geval in Ottersum (L 163), Posterholt (L 387), Geulle (Q 18) en Bilzen (Q 83). De schrijnwerker richt zich dan vooral op het maken van trappen, deuren en ramen. Het woordtype schrijner, dat in het zuidoostelijke deel van het gebied gebruikelijk is, is een algemene benaming voor de timmerman. De vakman die timmerwerk op de bouw verricht, wordt daar ɛbouwschrijnerɛ genoemd.' [N 55, 164a; N 55, 165; RND 6; L 34, 19a; L B1, 115; monogr.] II-12
toilet huisje: hyskə (Eupen), kakhuis: kakəs (Eupen) abort || toilet III-2-1
tondel zwam: šwamə (Eupen) Zündschwamm III-2-1
tonderdoos vuurla: tonderdoos  fyrla (Eupen) alte Feuerlade, Zünderschachtel III-2-1
tong tong: zen tong es belaat (Eupen) Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)] III-1-1
torenvalk valk: valk (Eupen) valk [Willems (1885)] III-4-1
tralie tralie: traljə (Eupen) gitter III-2-1