e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon air (fr.) geven: ēͅr gēvə (Eupen) belangrijk doen, zich in aanzien brengen willen III-1-4
zich vergissen verkabbelen: vərkabələ (Eupen), zich verdoen: zex vərdōnə (Eupen) zich vergissen III-1-4
ziekte krankheid: di krankheed stukt aan (Eupen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
zien, kijken kijken: kieke (Eupen), zien: zēənə (Eupen) kijken [ZND 25 (1937)] || zien [RND] III-1-1
zijde zij(de): zi.jǝ (Eupen) Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] II-7
zijn woede luchten beulen: bij bolle, dof klinken  bø͂ͅlə (Eupen), bordelen: zie ook b›l\\  bøͅrdələ (Eupen) brullen, schreeuwen III-1-4
zingen zingen: zenge (Eupen), zänge (Eupen, ... ) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] || Zingen. [Willems (1885)] III-3-2
zo arm als ... zo arm als job: he es zu arm es job (Eupen) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zoethout zoethout: zø͂ͅu̯thoͅu̯t (Eupen) zoethout III-2-3
zolder zolder: zø&#x0304ldər (Eupen), zøͅldər (Eupen) zolder [ZND 27 (1938)] III-2-1