e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidegom bruidegom: 1a-m; 22, 29a;  brōēdegaame (Eupen), brŭŭddəgaame (Eupen) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie engeltje: engelchere (Eupen), engelchen  eͅŋəltjərə (Eupen) Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruidsjonker bronkknecht: broŋkkneͅt (Eupen) brautführer; bruidsjongetje III-2-2
bruidsmeisje bronkmeid: broŋkmat (Eupen) bruidsmeisje III-2-2
bruiloft hoogtijd: 1a-m; 22, 29b;  hoechziet (Eupen), hôêsīēt (Eupen), trouw, de -: trōͅ (Eupen) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
bui, regenbui schoer: šu‧ər (Eupen), ränschur  schur (Eupen) bui, regen [ZND 01 (1922)] || bui, regenbui III-4-4
buik buik: boek (Eupen), buk (Eupen) buik [ZND m] || de buik [ZND 29 (1938)] III-1-1
buik (spotnamen) pens: panš (Eupen) buik [ZND m] III-1-1
buil op het hoofd bults: böls (Eupen) een buil (gezwel, bv. op het hoofd door een slag of val) [ZND 32 (1939)] III-1-2
buitenechtelijk kind basterd: bāstərt (Eupen), 1a-m; 21, 02;  baastərt (Eupen) bastaard [ZND 01 (1922)] || onechtelijk kind III-2-2