e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gaar gaar: gārə (Eupen) gaar III-2-3
gang gang: ga.ŋk (Eupen), mv g\']  gaŋk (Eupen), voorhuis: vø͂ͅrhūs (Eupen) gang [ZND 01 (1922)] || hausflur (gang) III-2-1
gans werrengans: węrǝgas (Eupen) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12
garen garen: gārǝ (Eupen) Gesponnen draad in het algemeen. Het garen kan gemaakt worden van allerlei vezels, bijv. katoen, wol, zijde en linnen. [N 62, 55a; N 59, 6a; L 1a-m; L 7, 58; L 17, 4; L 28, 14; L A1, 18; L B1, 69; L B1, 80; MW; S 7; monogr.] II-7
garennummer garennommer: gārǝnomǝr (Eupen) Nummer van het garen dat de graad van fijnheid aangeeft. Hoe hoger het nummer, hoe fijner het garen. [N 39, 99] II-7
gat, opening gat: gat (Eupen), loch  gatt (Eupen), lok: loͅk (Eupen) gat [ZND 01 (1922)] || gat, opening III-4-4
gauwdief gauwdief: yoͅudii.f (Eupen) gauwdief [ZND m] III-3-1
gebit gebit: gəbet (Eupen) Gebiss, gebit [ZND m] III-1-1
gebouw bouw: by (Eupen, ... ), by(3)̄ə (Eupen, ... ), gebouw: gəbøͅu̯ (Eupen) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebroeders; niet gebruiken gebroeren: gəbrø͂ͅr (Eupen) gebroeders III-2-2