24483 |
geknotte wilg |
stok:
sjtök (Q284p Eupen)
|
knotwilgen [Heem 6.1]
III-4-3
|
21274 |
geld |
geld:
gae.ilt (Q284p Eupen),
geͅilt (Q284p Eupen),
penningen:
ich ben minn pännege kwiet (Q284p Eupen)
|
geld [RND], [ZND m] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
25078 |
gelijken (op) |
gelijken:
glieke (Q284p Eupen),
Yəleək (Q284p Eupen, ...
Q284p Eupen),
Yəleͅkt (Q284p Eupen),
Yəliks (Q284p Eupen),
Yəlikt (Q284p Eupen),
Yəlīkə (Q284p Eupen),
gleichen
glīke (Q284p Eupen)
|
gelijken [ZND 25 (1941)], [ZND m] || gelijken op
III-4-4
|
23206 |
geloof |
geloof:
gəlo‧u.f (Q284p Eupen)
|
Geloof. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
geløfs (Q284p Eupen),
gəløft (Q284p Eupen),
gəlø‧y.və (Q284p Eupen),
geløfs, geløft
geløyve (Q284p Eupen)
|
Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND m]
III-3-3
|
19101 |
gemak |
gemak:
ook ZND 23, 076
gəmak (Q284p Eupen)
|
gemak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
ook materiaal znd 23, 77
gəmeͅkələx (Q284p Eupen)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
ook materiaal znd 23, 79
gemeines volk (Q284p Eupen),
gəmēīn (Q284p Eupen),
gəmēīnə (Q284p Eupen),
germpel (du.):
ook materiaal znd 23, 79
gerümpel (Q284p Eupen),
geschrotenes (du.):
ook materiaal znd 23, 79
geschrotenes (Q284p Eupen),
schrouw:
ook materiaal znd 23, 79
šrōə (Q284p Eupen)
|
gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
erf:
erf (Q284p Eupen),
erfje:
˙ɛrǝfkǝ (Q284p Eupen),
halfershof:
halǝfǝshof (Q284p Eupen),
pachtgoed:
paxt˲gǫu̯t (Q284p Eupen)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraams:
yəreͅmbzər (Q284p Eupen),
yəreͅmps (Q284p Eupen)
|
Gerippe, geraamte [ZND m]
III-1-1
|