e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kast schap: šāf (Eupen, ... ), schrijne: šrīnə (Eupen) kast [ZND 01 (1922)] || Leg die broden op de kast [ZND 05 (1924)] || schrijn, kast [ZND m] III-2-1
kat kat: katt (Eupen, ... ), miem: mim (Eupen), mimm (Eupen), miets: mits (Eupen) kat III-2-1
katoen boomwol: bǫwgǝl (Eupen), bǫwǝl (Eupen), katoen: katūn (Eupen) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauwen kauwen: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m nb. omspelling?  ky‧y.ə (Eupen) kauwen [ZND 01u (1924)] III-2-3
keelpijn halspijn: ho.uspiin (Eupen) keelpijn [RND] III-1-2
kegel kegel: kegel (Eupen, ... ) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kegelen kegelen: hy wɛrt niit miə gəke:gəlt (Eupen) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kegels (mv.) kegelen: kegele (Eupen) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kelder kelder: kēͅldər (Eupen), ke̝ͅldər (Eupen), kɛldər (Eupen) kelder [RND], [ZND 36 (1941)] III-2-1
keper keper: kēpǝr (Eupen) Elk van de balkjes van ongeveer 5 x 7 cm dikte, die op 50 cm afstand van elkaar verticaal over de gordingen worden gespijkerd. Zie ook afb. 49o. [N 54, 175; monogr.; div.] II-9