e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keperbinding keper: kēpǝr (Eupen), keperdoek: kēpǝrdowk (Eupen), peper en zout: pajfǝr ɛn sawt (Eupen) Iedere binding die tot stand wordt gebracht met meer dan twee afzonderlijk dienstdoende schaften. De informant uit L 318 kent die wel maar heeft geen keper gemaakt. Zie ook afb. 64. [N 39, 126b; monogr.] II-7
kerel kerel: ke.əl (Eupen), kēͅlə (Eupen) kerel [RND], [ZND m] III-3-1
kerkklok klok: de klockescheegel (Eupen) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kermis kermis: kirməs (Eupen), ki̯.r.əməs (Eupen) kermis [RND] || Kermis. [ZND m] III-3-2
kers, zoete soorten kers: kers}* (Eupen), keə.š (Eupen), kiəš (Eupen) [ZND 01 (1922)]kers [ZND 01 (1922)] I-7
kerstmis kerstmis: chrisemes (Eupen), kri̯səməs (Eupen) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Weihnachten (Kerstmis). [ZND m] III-3-3
ketel duppen: døͅpə (Eupen) Topf, grosser Kessel III-2-1
ketting hooisel: hø̄ǝšǝl (Eupen), hø̄ǝšǝlt (Eupen), hø̄ǝšǝnt (Eupen), hǫjšǝl (Eupen), ket: kęt (Eupen) Het garen waartussen de inslag gevlochten moet worden en dat in de lengte van het weefsel loopt. [N 39, 53a; monogr.] II-7
kettingdraad ketvaam: kętvām (Eupen) Eén draad van de ketting. [N 39, 53b] II-7
keukenkast aanrecht: arēͅt (Eupen) kleiner Küchenschrank III-2-1