e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijt krijt: krīt (Eupen) krijt [ZND m] III-3-1
kroon kroon: kru‧ən (Eupen) kroon [ZND m] III-3-1
kruid (alg.) kruid: krūt (Eupen), kruidje: kry(3)̄tjə (Eupen) kruid [ZND m] III-4-3
kruiden, specerijen gekruids: aus ndl. kruid  gəkry(3)̄s (Eupen), gewrz (du.): gəwøͅrts (Eupen) Gewürz, specerij III-2-3
kruidnagel groffelsnagel: groͅfəlsnāgəl (Eupen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10  groͅfəlsnagəl (Eupen) een kruidnagel (specerij, met een scherpe smaak, in de vorm van een spijker; Fr. clou de girofle) [ZND 01u (1924)] || Gewuerznaegelchen, kruidnagel III-2-3
kruidwis kruidwis: Ursprünglich verschiedene Feldblumen; heute auch schon Gartenblumen. Unerlässlich ist der Rainfarn, der mundartlich geradezu kru.twi.sj heisst.  kru.twi.sj (Eupen) Welke kruiden doet (deed) men in die kruidwis? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruidwis wijden {ja}: ja  / (Eupen) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruien varen: vārǝ (Eupen) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: krūk (Eupen, ... ), kry(3)̄k (Eupen), rööt (Eupen) kruik [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
kruimel greumel: grø͂ͅməl (Eupen) kruimel III-2-3