22490 |
gildeknecht |
kuikelaar:
Te Eversel [gehucht van Beringen].
koekelaar (K358a Eversel)
|
Nar, zot, gek, door, die, bij sommige oude schuttersgilden, in Limburg, van ambtswege zijne fratsen uitvoert, om t volk bij te halen en te verlustigen.
III-3-2
|
17903 |
gooien |
smijten:
smèten (K358a Eversel)
|
Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)]
III-1-2
|
25026 |
groen (kleur) |
groen:
gry(3)̄n (K358a Eversel)
|
groen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
29733 |
haag |
haag:
hāx (K358a Eversel)
|
Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.]
I-8
|
17810 |
halen |
halen:
haolen (K358a Eversel)
|
halen: Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)]
III-1-2
|
18191 |
hoed (alg.) |
hoed:
oozen hōēd, vaoders hōēḍ, moejers hōēd (K358a Eversel),
trientjes hōēd, Jacob zennen hōēd (K358a Eversel)
|
Hoed. Het is ... hoed. [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|
21043 |
honing |
honing:
huneŋ (K358a Eversel)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
21459 |
houden van |
houden van:
hiè hult veul va Vaoder en moejer, van noonk en tant, va miester, de buurman, van de timmerman (K358a Eversel)
|
Hij houdt veel van Vader en Moeder, van Pa en Moe, van Oom en Tante, van Meester en Buurman, van den Timmerman [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
hè is vaoder zenne jas en moejer heur geld; vaoder zen kooi en vaoder zennen hond (K358a Eversel)
|
Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
Anna heur kliet is veul langer as da va Mieke (K358a Eversel)
|
Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|