e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q119p plaats=Eygelshoven

Overzicht

Gevonden: 1595
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortwieken stoepen: štupǝ (Eygelshoven) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kosten gelden: wat gelle de bagge (Eygelshoven) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: kəstər (Eygelshoven) koster [RND] III-3-3
kotelet, ribstuk kotelet: kótlèt (Eygelshoven) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
koud, mistig en somber weer dompig (weer): dômpig (Eygelshoven), nevelig (weer): niejevelig (Eygelshoven), stil ruhig (du.) weer: sjtil rujjig weer (Eygelshoven) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs bijs: biēͅs (Eygelshoven) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
kous: algemeen hoos: Die hoaës is gans rech, et zitte ging minderinge in et bee (Eygelshoven), Et bee van die hoaës is te kót (Eygelshoven), hoas (Eygelshoven) Die kous is helemaal recht, er zitten geen minderingen in het been. [DC 14A (1946)] || Het been van die kous is te kort. [DC 14A (1946)] || Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3
kouter koutere: ee kotere (Eygelshoven) bot mes; inventarisatie schertsende benamingen (puitevilder, pierelubberke); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
kraaien, gezegd van de haan kraaien: krinǝ (Eygelshoven), kriǝnǝ (Eygelshoven) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12
kraakbeen knoers/knors: knôêsj (Eygelshoven) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1