34438 |
herdersschopje |
schepersschupje:
šiǝpǝršøpkǝ (Q119p Eygelshoven)
|
Schop, stok of staf waarmee de herder zand of steentjes naar de schapen werpt om ze in het gelid te houden. [N 18, 11; N 78, 10a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
21129 |
herenfiets |
mansluifiets:
mansluufiets (Q119p Eygelshoven)
|
Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar mannen op rijden [N 99 (1991)]
III-3-1
|
25151 |
herfstdraden |
herfstvamen:
(eventueel).
herfs-veeëm (Q119p Eygelshoven),
vamen:
veeëm (Q119p Eygelshoven)
|
herfstdraden [zomervamen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
34145 |
herkauwen |
neringen:
nēi̯reŋǝ (Q119p Eygelshoven)
|
Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.]
I-11
|
21436 |
het volle bedrag |
het volle pond:
’t volle pônk (Q119p Eygelshoven)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20678 |
hete bliksem |
hemel en aarde:
hiemmel en eeëd (Q119p Eygelshoven)
|
Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
32923 |
heukeling |
hopper:
hȳpǝl (Q119p Eygelshoven)
|
Het kleinste hoopje halfdroog hooi dat men ''s avonds maakt door het opwerken van de rijen, om ze ''s anderendaags weer uiteen te gooien. De kaarten 40, 42 en 44, respectievelijk "heukeling", "hoop" en "opper" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 39, 41 en 43: "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 104 en 103 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 3a; A 42, 20a, L 36, 1; L 38, 38a; monogr.]
I-3
|
17645 |
heup |
heup:
hūp (Q119p Eygelshoven)
|
heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
17776 |
hiel |
hak:
hak (Q119p Eygelshoven)
|
hak (hiel) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
22774 |
hinkelen |
hinken:
hinke (Q119p Eygelshoven)
|
Hinkelen (kinderspel).
III-3-2
|