e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eygelshoven

Overzicht

Gevonden: 1595
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorworm oorworm: oewórm (Eygelshoven) oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
op bedevaart gaan een bidweg maken: inne bidwèg maake (Eygelshoven) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de markt verkopen aan de markt verkopen: waar aan d’r maat verkope (Eygelshoven), op de markt verkopen: waar ôp d’r maat verkope (Eygelshoven) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1
op de schouder zitten op de pokkel zitten: op der poek-kel zitte  poek-kel (Eygelshoven) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-2
op rijen zetten reken: rɛ̄kǝ (Eygelshoven) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
opbraak aufbrok: awfbrux (Eygelshoven  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]) Een blinde schacht die in opwaartse richting wordt gedreven. De invuller uit L 417 merkt daarover voor de mijnen in Zwartberg en Waterschei op dat een opbraak en een neerbraak (zie het lemma Neebraak) een "beurkê", d.w.z. een blinde schacht, in opbouw zijn. [N 95, 183; N 95, 78; monogr.; Vwo 206; Vwo 567] II-5
opgroeiend jong kipje pul: pø̜l (Eygelshoven), pulletje: pø̜lkǝ (Eygelshoven) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
opklaren opklaren: ôpklieëre (Eygelshoven) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
opmaken opmaken: opmākə (Eygelshoven), xɛlt opma:kə (Eygelshoven) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper hoop: hōǝp (Eygelshoven), huist: hūst (Eygelshoven) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3