e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een list gebruiken add. list (zn.): list (Eys) Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)] III-3-2
een miskraam krijgen afkomen: āfko.mə (Eys), omgekiept: omgekiept (Eys) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een motorgat maken instokken: ˙ęštǫ.kǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Een gleuf in de vloer of in de wand van een mijngang maken die groot genoeg is om er de motor van een schudgoot in te kunnen plaatsen; bij uitbreiding ook het plaatsen van de schudgootmotor in de betreffende gleuf. Zie ook het lemma Gleuf Voor Schudgootmotor. [N 95, 628] II-5
een muur opmetselen metselen: [metselen] (Eys), vaardig maken: vē̜dex mākǝ (Eys) Al metselend een muur laag na laag hoger maken. Een muur die zo werd opgetrokken werd in K 353 een 'muur in opbouw' ('mȳr en up˱bē̜jǝf') genoemd. Het resultaat was volgens een aantal invullers een 'volle muur' ('volǝ mȳr', K 353; 'volǝ myǝr', K 278; 'vǫlǝ mūr', Q 197, 197a; 'vol mūr' L 364). Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen de lemmata 'Metselen' en 'Muur'. [N 31, 27; N 31, 32b; monogr.] II-9
een muur uitloden afloden: āflȳǝdǝ (Eys) De verticale stand van een muur of profiel controleren met behulp van een schietlood. [N 31, 10b] II-9
een muur voegen voegen: vōgǝ (Eys) De voegen tussen metselstenen met voegmortel opvullen. Voegwerk wordt doorgaans na het metselwerk uitgevoerd. De voegen worden daartoe met behulp van de voegkrabber ter diepte van 1,5 √† 2 cm uitgekrabd waarna de mortel vanaf een plankje door middel van een voegspijker in de voeg wordt gebracht. Voor de lintvoegen gebruikt men een lange voegspijker, voor de stootvoegen een korte. [N 32, 32; monogr.] II-9
een muur waterpassen waterpassen: wātǝrpasǝ (Eys) De horizontale stand van een muur controleren met behulp van de waterpas. [N 31, 10c; monogr.] II-9
een pak slaag geven doorlaten: dø.rəchloͅatə (Eys), houwen: houwe (Eys), pezelen: pizələ (Eys), zwamen: šwāmə (Eys), zwensen: šweͅ.nsə (Eys) pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
een pen verliezen dons laten vallen: do.ns loͅ.tə v‧alə (Eys), stoten: stoete (Eys), veren laten vallen: v‧eͅar loͅ.tə v‧alə (Eys) Hoe zegt men: af en toe een pluim of pen verliezen? [N 93 (1983)] III-3-2
een pijnscheut veroorzaken trekken: treͅ.kə (Eys) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] III-1-2